“Vindt u dat normaal dan?”

Getergd riep Antoine Bodar zijn woorden uit. Of wij het normaal vonden: al die homo’s, lesbiennes, transgenders en interseksuelen. Het was in een gesprek dat moest gaan over iets als een “roze lente” in de christelijke kerken. Bodar vond dat het abnormale tot het nieuwe normaal werd verklaard. En het normale tot het nieuwe abnormale.

De Waarheidsvriend publiceerde afgelopen week een column over sekse en genderidentiteit. Beter gezegd: het was een column die wilde vaststellen dat er geen conflict tussen beide kon bestaan. Mannen zijn mannen. Vrouwen zijn vrouwen. Klaar Mannen vallen op vrouwen. Dat is normaal En omgekeerd. Dat is normaal. De LGBTI- wereld moet niet doen alsof dat anders is.

Rome en de nadere reformatie beginnen elkaar te vinden, blijkbaar.  In de gedachte dat er een normativiteit bestaat, waaraan niet getornd kan worden. Een scheppingsorde. Vaste zuilen. De hetero past daar in. De rest valt er buiten.

Mij verbaast die stelligheid. Nog los van de schrille toon waarmee zij wordt verdedigd. Hoe kun je van een vaste ordening spreken, als alles in deze wereld beweegt, vloeit en verandert. Onze opvattingen allereerst. Honderd jaar geleden werd heus anders gedacht over de rol en de eigenheid van mannen tegenover die van vrouwen. Homoseksualiteit werd toentertijd net als iets wezenlijks (en niet als perversiteit) ontdekt. Van transgenders had nog niemand gehoord -ook al waren ze er wel. Er zijn verhalen van vrouwen die als man leefden, ook toen. Alleen zag men er nog “niets” in. Structuren die wij menen te zien zijn ten hoogste hulpconstructies om onze wereld te ordenen. Ze bestaan totdat ze door andere vermeend geziene structuren worden overgenomen. Er is geen vaststaand gebouw. Geen binnen en geen buiten.

De stelligheid van “dit is de norm” verbaast mij nog meer, daar de Bijbelse geschriften helemaal niet door deze gedachte worden gedragen. Er is geen hok waarin alle mensen moeten passen. Ik zie wel een eindeloos doorgaande poging tot ordenen. En weer ordenen. En nog een keer. Exodus, Leviticus, Deuteronomium – en bij de evangeliën gaat alles nòg een keer door de gedachtenmolen.

De dragende term van de Bijbelse geschriften is “genade”. Wat je hebt is niet vanzelfsprekend. Je hebt het gekregen. Je hebt het niet verdiend. Het is niet logisch. Het is een cadeau. Het had allemaal ook net zo gemakkelijk heel anders kunnen zijn. Nog gekker: je kreeg alles ondanks jezelf.

Ik begrijp niet helemaal hoe iets wat je kréég de norm kan zijn. Is er een normatieve lengte van mensen? Een normatieve vorm van handen of voeten? Een normatieve knie? Ooit dachten we dat er normatieve neuzen waren. Daar is grote ellende van gekomen.

Genade is de speelruimte, waarbinnen alle vormen en bewegingen mogelijk zijn. De een kreeg dit, de ander dat. Dat het ene meer voorkomt dan het andere, wil niet zeggen dat het ene normatiever is dan het andere. Het water is toch niet normatiever op aarde dan het land, alleen maar omdat er meer van is?

Je bent blij dat ze er allebei zijn.

Ja, het is eigenaardig dat sommige mannen van mannen houden. Het is héél eigenaardig dat sommige mensen de ervaring hebben in een verkeerd lichaam geboren te zijn. Het is eigenaardig dat kinderen met een intersekseconditie geboren worden.

Maar het is niet eigenaardiger dan een man die verliefd wordt op een vrouw. Een vrouw die verliefd wordt op een vrouw. “Ware liefde”, vroeg Szymborska zich al af: “Is dat normaal?”

Nee. Het is niet normaal. Het is een groot, groot, groot wonder.

Welke vorm ze ook heeft.

3 reacties op ““Vindt u dat normaal dan?”

  1. Een mooi en helder stuk Sybrand (misschien komt er nog een ttijd dat ik enigszins begrijp wat met genade bedoeld is)

Plaats een reactie